Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Tom Wright. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Tom Wright. Sorteren op datum Alle posts tonen

vrijdag 9 januari 2015

Pleidoor voor de psalmen


Geschreven door Tom Wright in 2014, ondertitel: ‘we kunnen niet zonder’.
Ooit las ik ergens dat Wright schrijft onder de naam Tom wanneer hij gemakkelijk toegankelijk wil zijn en onder de naam N.T. Wright wanneer het wat academischer wordt.
Mmmmm…op de wikipagina dus.
Ik lees zijn gemakkelijk toegankelijke werk; vorig jaar las ik van hem 'Gewoon Jezus'.
In dit boek over de psalmen en breekt hij een lans om meer psalmen te lezen en te zingen. Wright is bang dat ze zullen gaan verdwijnen gezien de terugloop van het zingen van de psalmen in de samenkomsten. Hij is niet tegen het schrijven en zingen van nieuwe liederen maar we moeten de psalmen niet vergéten; ze behoren tot de oudste gedichten ter wereld en bevatten een enorme emotionele rijkdom.
Dat beschrijft hij dan verder in het boek waarin de Nieuwe Bijbel Vertaling wordt gebruikt wat op zichzelf al meer verhelderend is en gebruikt hij, net als in ‘Gewoon Jezus’, het sjabloon van ruimte, tijd en materie.

“De psalmen zijn, zo wil ik voorstellen, liederen en gedichten die ons helpen, niet slechts om deze zeer oude en tegelijk relevante levensbeschouwing te begrijpen, maar in feite om er huisgenoot van te worden en vierend mee om te gaan – deze levensbeschouwing waarin Gods tijd, in tegenstelling tot moderne veronderstellingen, en die van ons elkaar overlappen en kruisen, waarin Gods ruimte en die van ons elkaar overlappen en in elkaar grijpen. En zelfs (dit is natuurlijk nog het meest opzienbarend) de puur materiele wereld van Gods schepping wordt ook nog eens gedrenkt, overgoten en overstroomd met Gods eigen leven, liefde en luister. Juist de psalmen zullen ons helpen dit alles te begrijpen.” (p 22)

Laat ik eerst zeggen dat ik Wrights bezorgdheid begrijp. Zeker wanneer je gelooft dat ook de psalmen Goddelijk geïnspireerd zijn, zou het heel jammer zijn wanneer ze steeds meer naar de achtergrond zouden verdwijnen en alleen nog maar worden gelezen/ gezongen door de intelligentsia.
De psalmen zijn een enorme bron van inspiratie en kunnen je boven jezelf uittillen. Ik kan me indenken, dat voor iemand zoals hij, die dagelijks en praktisch alleen maar met de Bijbel bezig is, het psalmenboek een prachtig klankbord, vertroosting en een geweldige manier van lof prijzen is.

Maar………
vorige week, de week voor oud en nieuw heb ik, als doorsnee huisvrouw, af en toe vanuit een vlaag van jeugdsentiment en nostalgie naar stukken uit de top 2000 geluisterd.
Wat mij opviel in verschillende nummers was de passie en intensiteit die eruit klonk, de energie die sommige muzikanten verspreiden. Zo hoor ik zelden psalmen zingen.
Bij begrafenissen en crematies van cliënten met andere levensovertuigingen die ik regelmatig bezocht heb hoor je geen psalmen maar de favoriete muziek van de overledene, die me dan ook prompt kippenvel bezorgde omdat die muziek dan opeens een andere betekenis krijgt. Dat geldt ook voor de klassieke muziek en dat overkomt mij zelden bij psalmen.
De taal van de psalmen is verouderd en we hebben te lang gewacht met hertalen.
Het gat is erg groot geworden ben ik bang. Hoe goed men ook zijn best doet met projecten als ‘Psalmen voor nu’ vertalen is verliezen.
Seculiere songwriters voor de massa zijn allang in dat emotionele gat - van die oude psalmen die niet meer worden begrepen en toch de emotionele behoefte hebben om zich in taal met muziek te uiten - gesprongen. Ja, dat is verarming want de teksten zijn vaak oppervlakkig, maar wel directer en gaan over van alles behalve God maar ook dat past allemaal in het beeld van de ver-dom-ming/ infantilisering van Nederland.

Ooit zag ik een fragment op TV wat altijd in mijn achterhoofd is blijven hangen. Het was een gesprek met een non. Er werd haar gevraagd wat zij het mooiste vond uit de Bijbel en zij antwoordde na lang aarzelen dat het toch de psalmen waren waarnaar zij steeds terugkeerde.
Omdat ik het niet begreep onthield ik het kennelijk.
Nu begrijp ik het nog niet helemaal maar naar mate ik ouder wordt wel steeds beter omdat ik vaker opzoek ben naar ‘wat zing ik nu eigenlijk?’
Voor mij is het zingen van psalmen geen feestje zoals ik al eerder heb betoogd.
Misschien moet ik ze ook meer en beter gaan lézen in plaats van zingen en ook in de Nieuwe Bijbel Vertaling.
Zover heeft Tom Wright (en onze dominee, van wie ik dit boekje kreeg. *glimlach*) me in ieder geval wél gekregen met zijn enthousiaste boek.

Hier de tekst van psalm 100 uit de ‘psalmen voor nu’
(het irriteert mij dan alweer dat ‘hem’ en ‘hij’ niet met een hoofdletter zijn geschreven.)

Juich aarde, heel de aarde, juich voor God.
Ga naar zijn huis en zing een lied voor hem
eerbiedig en uitbundig tegelijk.
Geen ander dan de HEER is onze God.
Hij heeft ons zelf gemaakt, wij zijn van hem.
Wij zijn het volk waar hij voor zorgt:
Een herder is hij die ons als zijn schapen kent.

Ga binnen door de poorten met een lied
waarin hem alle eer gegeven wordt.
Bezing zijn grote daden op het plein.
Bewoners van de aarde: zegen hem
en dank hem voor het goede dat hij doet.
De liefde van de HEER gaat met je mee.
Hij gaat met jou en met je kind en kleinkind mee.


Tekst: René van Loenen
Grondtaalbegeleiding: Koert van Bekkum




woensdag 22 november 2017

Paulus van Tarsus


Geschreven door Tom Wright in 1997. Ondertitel: ‘een kennismaking met zijn theologie’.

Paulus blijft een intrigerend figuur. Ik krijg altijd visioenen van een klein, druk en driftig aandoend mannetje. Geen idee of dat klopt. Misschien blijkt hij ‘later’ wel een lange flegmatieke persoonlijkheid te zijn.
Maar kennelijk spreekt hij veel mensen tot de verbeelding. Zo las ik al eerder het boek van Fik Meijer: Paulus, een leven tussen Jeruzalem en Rome’.
Redelijke consensus is er over Paulus als jood. Over de kern van zijn theologie is er geen consensus.
Was/is het de rechtvaardiging of is het dat ‘in-Christus zijn’?
Ook blijft de vraag welke rol Paulus heeft gespeeld in het ontstaan van het christendom. Heeft hij een nieuwe religie uitgevonden zoals door verschillende mensen wordt gedacht? Ik ben die gedachte op fora tenminste wel tegengekomen. Of vertolkte hij de ideeën van Jezus?

Wright onderneemt een poging om Paulus te bezien vanuit Paulus oogpunt. Maar dat blijft volgens mij altijd tricky als er tweeduizend jaar tussen zit.
Aan het einde van het boek schrijft Wright een hoofdstuk tegen A.N. Wilson die een boek schreef over Paulus als stichter van het christendom. Het kwam ook uit in 1997. Wright maakt er gehakt van.

Wright overdenkt Paulus aan de hand van de volgend denkers:
Albert Schweitzer, Rudolf Bultman, W. D. Davies, Ernst Käsemann en Ed. P. Sanders.
Schweitzer: Is Paulus een Joods of een Grieks denker? Hoe verstaan we zijn brieven. Wat is de kern van zijn theologie en wat kunnen we er vandaag mee.
Kort gezegd: Geschiedenis, Theologie, exegese en toepassing.
Voor Schweizer is Paulus een Joods denker en lag de kern van zijn denken in de Christus-mystiek; het in-Christus zijn.
Bultman: Paulus behoort tot de Hellenistische context; hij is er tenslotte voor de heidenen. Centraal punt was de zondige staat van de mens en hoe daaraan te ontkomen. De rechtvaardiging. Om dat Paulus dacht dat het einde nabij was verpakte hij zijn boodschap in tijdloze Griekse beelden. Zo versterkte hij Christeen in hun geloof terwijl de wereld langzaamaan afbrokkelt.
Dingen die niet klopten deed hij af als ‘later toegevoegd’ of dat Paulus nog te vast zat aan zijn Joodse wortels.
Davies: Paulus was ten diepste een Joodse Rabbi en Davies plant hem daarom stevig in het Jodendom. Maar hij was geen apocalyptische jood. Met Christus was de ‘olam haba’ (toekomende eeuw) aangebroken en was er een nieuw volk van God ontstaan met nieuwe regels. De wet van Christus.
Käsemann plaatst Paulus weer tegen de achtergrond van de apocalyptiek. De rechtvaardigingsleer is het belangrijkste. Paulus leverde als jood kritiek op het jodendom; dat Jezus ook de joodse trots en rebellie ter verantwoording zal roepen, Paulus gaf kritiek op het jodendom van binnenuit.
Sanders: het jodendom was geen wettische godsdienst. De genade van God gaat aan alles vooraf en het jodendom is een reactie daarop. Niet om verbondsvolk te worden maar om het te blijven. Het enige wat Paulus de joden kwalijk nam is dat ze geen christenen werden. Christenen moeten met meer respect naar de joden kijken. De rechtvaardigheidsleer is niet het belangrijkste.

De onderwerpen die in dit boek centraal staan zijn ‘het evangelie’ en de ‘rechtvaardiging’.
De vermeende tegenstellingen van de heren hierboven zijn helemaal geen tegenstellingen en worden teveel tegen elkaar uitgespeeld.
‘Toevallig’ las ik in het RD van 20 november: ‘De rechtvaardiging door het geloof is het hart van Evangelie, stelde ds. Van Rijswijk’ op de Zin-in 21+-najaarsconferentie van de Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten (JBGG).
Dat kun je naar mijn idee op twee manier opvatten: Je hebt ten eerste de blijde boodschap met daarin de rechtvaardigmaking óf de rechtvaardigmaking is de blijde boodschap. Gezien de achtergrond vermoed ik het laatste.
Maar ik geloof dat Wright meer gelijk heeft door te stellen dat het hart van het evangelie de blijde boodschap is dat Jezus het kwaad heeft overwonnen. Dat Hij Heer is van de hele kosmos.
Dat is het belangrijkste.
Eigenlijk toch weer hetzelfde als vóór Anselmus met zijn satisfactietheorie. Het klinkt meer algemener en minder individualistisch. Tegen dat individualisme waarschuwt Wright ook regelmatig.
We moeten meer verbondsmatig denken, zo is het sinds Abraham geweest.
Alle gelovigen behoren tot het verbondsvolk.

Ik moet opeens weer denken aan een discussie over de geloofsdoop of de verbondsdoop. Van dat laatste ben ik voorstander. Het gaat niet primair om de persoon, het gaat om de christelijke gemeenschap en kinderen horen daar voluit bij; maken daar deel van uit zodat het logisch is om ze te dopen. Te inaugureren. Inclusief denken zoals men vroeger deed.

Het zendingswerk van Paulus was geen evangelisatieprogramma dat gericht was op het redden van individuele zielen zodat die naar de hemel zullen gaan; hij zag het veel breder.
De Olam Haba, toekomende eeuw, is al begonnen bij de opstanding van Jezus. (p83)

Toen moest ik denken aan ‘Nicea’ in 325 AC waar de geloofsbelijdenis met dezelfde naam werd opgesteld en waarin staat: ‘Wij verwachten de opstanding van de doden en het leven van de komende eeuw.
Of Wright is wrong of de hoge heren van die conferentie waren al snel van het padje af. Lastig kiezen voor een geïnteresseerde leek als ik.
Persoonlijk denk ik meer dat ‘de tijden van het einde’ bij de opstanding zijn begonnen, maar nog niet de Olam Haba.

De ‘gerechtigheid van God’ beschrijft Wright als een rechtspraak met God als rechter, met een aanklager en een beklaagde. Er is geen openbare aanklager. Zoiets als de Rijdende Rechter in onze tijd.
In die gerechtigheid staat het verbond (met Abraham) centraal. De rechter moet onpartijdig zijn en volgens de regels (van het verbond) een uitspraak doen. Voor de aanklager en de beklaagde ligt zijn juridische status in het gevolg van de uitspraak.
Gods gerechtigheid is zijn verbondstrouw en onze gerechtigheid is gelegen het gevolg van Zijn uitspraak.
De gerechtigheid van God is iets ander dan de gerechtigheid vanuit God. De heidenen leven zonder god en de joden eigenlijk ook dus de hele mensheid staat in de beklaagdenbank. Via Jezus heeft God recht gesproken en daardoor de belangrijkste vijanden, zonde en dood, verslagen en verlossing mogelijk gemaakt.
Dit is heel in het kort iets waar Wright vele pagina’s voor nodig heeft.

Wanneer Jezus, de opgestane, Heer van deze wereld is heeft dat consequenties. Loyaal aan Hem zijn bijvoorbeeld. De overheden in de lucht moeten worden bestreden; Wright vernoemt hen naar Marx, Freud en Nietzsche resp. geld, seks en macht.
Mooi en raak gevonden.
De rechtvaardiging is geen doel op zich. (p162) Uit het evangelie volgt de rechtvaardiging. Niet om te zeggen maar om te zijn en te doen.
Elk mens wordt opgeroepen om persoonlijk gehoor te geven aan het evangelie, daarna versterkt de rechtvaardigingsleer de christelijke gemeenschap die zo belangrijk is.
Paulus was niet anti-Joods maar bekritiseerde het jodendom van binnenuit met dezelfde heftigheid waarmee hij eens, als Shammaitische farizeeër de christenen vervolgde.
(De volgelingen van Shammai waren de ‘preciezen’ en de volgelingen van Hillel de ‘rekkelijken’.)

Naar de heidenen toe vertelde Paulus hen over de enige ware God tegenover alle goden van het heidendom en zette hij zijn vraagtekens bij de macht van de keizer.
Hij zette een manier van menszijn uiteen die in druiste tegen het menszijn van de heidenen. Hij bood hen een lineaire denkrichting in tegenstelling tot de cyclische van de Grieken en claimt de ware wijsheid van God te verkondigen tegenover de heidense filosofieën.

Het is een veel te lang blogje geworden; ik ga mijn leven beteren.
Maar het is best gecompliceerd allemaal. Ik zal het eenvoudige gelovigen niet kwalijk nemen wanneer ze denken: ik geloof gewoon, wat moet ik nog meer dan?
Niets, gewoon op God vertrouwen.
En wanneer je het allemaal niet meer weet? Ach, zoals ik eens tegen een mevrouw heb gezegd vlak voor ze haar 'final shot' kreeg: wanneer je wegdrijft en je weet het niet meer roep dan de Naam van Jezus maar aan. Hij hoort het altijd.

vrijdag 6 april 2018

Goede Vrijdag

Ondertitel: de dag dat de revolutie begon.
Geschreven door N.T. Wright in 2016. Dit jaar vertaald en uitgeven in Nederland.
De vertaler is Arend Smilde die volgens mij ook alle boeken van C. S. Lewis heeft vertaald in het Nederlands. Die man moet ook inmiddels al veel kennis hebben over theologische zaken.

Via een berichtje in de krant raakte ik geïnteresseerd in dit boek. Het beloofde nogal wat en Tom Wright is niet de eerste de beste. Ik kreeg het zelfs op Goede Vrijdag terwijl het mij eerder was beloofd door de boekhandel. Toeval?
Eerder las ik van hem ‘Pleidooi voor de psalmen’, ‘Paulus van Tarsus’ en ‘Gewoon Jezus’.
De vragen die hij in dit boek stelt zijn ook mijn vragen, zoals:
Waarom stierf Jezus; Wat gaat er schuil achter ‘voor onze zonden’; werd Gods toorn echt gestild door de dood van Jezus; waarom vergeeft hij ons niet gewoon; waarom moet er iemand sterven.


Verder geloof ik ook zeer zeker dat de uitroep van Jezus: 'Het is volbracht' het grote kantelpunt in de geschiedenis is. Toen is alles veranderd.
Wij hebben volgens Wright een Platoonse visie op het einddoel: de hemel, een moralistische visie op de menselijke roeping: goed gedrag en een regelrecht heidense visie op redding: een onschuldige brengt een boze godheid tot bedaren. (p 303) Hij werd niet gestraft in onze plaats alleen maar opdat wij in de hemel kunnen komen.
Dat herhaalt hij het hele boek door in alle mogelijke toonaarden.
Nu weet ik het zo langzamerhand wel maar hij heeft wel gelijk. Ik merk het ook in mijn omgeving en was de belangrijkste vraag van Luther niet: Hoe krijg ik een genadige God? Raar natuurlijk. Heel egocentrisch.
Waarom moest de Messias sterven voor onze zonden overeenkomstig de Schriften (1 Kor 15:3)
Wright is ook iemand die ongegeneerd de ‘WAAROM-vraag’ stelt en daar hou ik van. Niet dat ik verwachtte dat alles nu opeen klip en klaar duidelijk zou worden maar misschien zou ik weer een millimeter verder komen in mijn hoofd.
Zoals ik al eerder ook al ontdekte behaalde Jezus de overwinning op het kwaad. En in het kielzog bracht dat vergeving met zich mee voor gelovigen en in het verlengde daarvan heeft het kwaad voor ons zijn kracht verloren.
Dit boek was een bevestiging van mijn gedachten maar veel breder doordacht en beargumenteerd vanuit de evangeliën en een aantal brieven van Paulus.

We lezen vaak te korte stukjes uit de Bijbel om het geheel te kunnen overzien maar er is in de Bijbel een evolutie gaande naar Goede Vrijdag.
Vaak wordt gesproken over ballingschappen en de bevrijding daaruit. Die ballingschap was een consequentie van het nalopen van andere goden terwijl het volk toch geroepen was om tot voorbeeld te zijn, een zegen voor andere volkeren om zo tot een betere wereld te evolueren.
Wat in die verhalen fysiek gold heeft nu ook een geestelijke dimensie.
Met Adam sloot God geen werkverbond volgens Wright maar een ‘werkcontract’ terwijl dat eigenlijk een ‘roepingsverbond’ was.
Adam ging in de fout. De verbinding met God werd verbroken.
Met Abraham, een rechtvaardige, deed God een nieuwe poging en beloofde dat in hem alle volkeren gezegend zouden worden.
Met het volk Israël sloot God een verbond bij de Sinaï. De tabernakel werd gebouwd; de plaats waar via het verzoendeksel de hemel de aarde raakte maar ook dat liep niet volgens plan.
(Toen moest ik weer aan John Walton denken, maar ja: ze kennen elkaar)
En hoe moet God trouw zijn aan zijn verbond – de wereld redden en zegenen door de Joden – als dat volk ontrouw is? (p297)

Toen (maar dat was al voor de grondlegging van de wereld en de filosofische problematiek die dat met zich meebrengt daar gaat Wright niet op in) heeft God Jezus aangewezen als de plaats waar de hemel en de aarde elkaar overlappen, de plaats waar de liefhebbende aanwezigheid van de ene God en de trouwe gehoorzaamheid van de Ware Mens elkaar zouden ontmoeten, zouden samengaan en werkelijkheid zouden worden in ruimte, tijd en materie.
Als Messias van Israël vertegenwoordigde Jezus Israël. De Middelaar.
Want geen enkel mens voldeed. Niemand is goed.
Door Jezus werd het kwaad overwonnen en zijn ook wij uit de ballingschap bevrijd zodat wij naar het ‘roepingsverbond’ kunnen leven. ‘Zodat wij heilig en smetteloos voor Hem zouden zijn in de liefde.’ (Ef 1:4)
We moeten niet de strafmetafoor centraal stellen want dan krijg je scheefgroei. Het accent ligt, ook naar mijn idee op de overwinning op al het kwaad, de zonden inbegrepen.

Zijn alle vragen beantwoord? Nee.
Ik moet het allemaal laten bezinken maar ik denk wel dat de Liefde van God voor de mensheid nu voor mij veel helderder wordt.





woensdag 15 januari 2014

Gewoon Jezus

Geschreven door Tom Wright (N.T. Wright) in 2011 en vertaald in 2013. Wright is een Brits Nieuw Testamenticus en hij was bisschop van Durham.
Dit is zo’n naam die in de christenwereld regelmatig opduikt en ik werd nieuwsgierig. Hij heeft al best veel geschreven. Waarom las ik dit boek? Omdat mijn oog er op viel en omdat op de achterflap dingen stonden die mijn aandacht trokken. Dat - tussen alle debatten door over het wel of niet bestaan van Jezus, was Hij menselijk of goddelijk, moet je die wonderen letterlijk nemen of niet enz. - de echte Jezus leek te verdwijnen.
Al lezende weg ontdekte ik tot mijn eigen stomme verbazing dat ik het zo fijn vond om over Hem te lezen. Nog even en ik ben ook zo’n Jesusfreak die het alleen maar over Jezus wil hebben.

Wright heeft als thema een ‘weerpraatje’. Het ontstaan van een perfecte storm. Hij neemt de lezer mee naar de tijd van toen om een poging te doen met de ogen van toen naar de geschiedenissen van Jezus te kijken en naar de storm die Hij ontketende. Of hij daarin slaagt.....mmm... het valt niet mee om een 2013/ 2014 bril af te zetten.
Die storm bestond uit een westerstorm uit Rome, een hogedruk gebied van Joodse hoop en vervolgens een orkaan van Goddelijke liefde die botst op de kille macht van het Romeinse Rijk en de oververhitte aspiraties van de Joden. (p52)

Wright beschrijft hoe de Joden, onderdrukt door de Romeinen, uitkeken naar hun Koning, gebaseerd op eerdere patronen: Een koning verslaat de vijanden,(her)bouwt de tempel.
De tempel was de plaats waar de hemel de aarde ontmoette.
Mozes was de eerste die zich ontdeed van de vijanden, de Egyptenaren en een tabernakel bouwde. David en Salomo deden het ook; David versloeg de vijanden en wilde een tempel bouwen wat Salomo dan later deed.
In 167 BC versloeg Judas de Makkabeeër (huis van de Hasmoneën) gedeeltelijk Antiochus Epifanes en herstelde de tempel.
Nog weer later was het Herodes, (een Edomiet, Idumeër) getrouwd met Mariamne uit dat Hasmoneese koningshuis die de vervallen tempel restaureerde, uitbreidde en verfraaide zodat hij geacht werd een echte Joodse koning te zijn.
Nog weer later, in 135 AC was het Simon Bar Kochba (helaas vertaald met Simon de Ster) die een poging deed en voor een tijdje als Israëls grote koning werd gezien.
Maar vóór Bar Kochba kwam Jezus. In ruimte, tijd en materie.
(Dat is meteen ook wat verwarrend. Bij het patroon van vijanden verslaan, tempel (her)bouwen wordt ook meteen Simon Bar Kochba genoemd terwijl hij van ná Chr. is. Ik begrijp wel dat het voor het boek logisch is wanneer je wilt eindigen met het Koninkrijk van God maar dat kan soms voor verwarring zorgen.)

Jezus deed niets van dat alles. Jezus genas mensen, vergaf de zonden wat anders in de tempel gebeurde door de offers. Hij gedroeg zich als een tempel. Hemel en aarde ontmoetten elkaar in Jezus.

Als Jezus de tempel vertegenwoordigde wat betekende dat toen en wat betekent dat nu?
Het betekende toen dat de tempel in Jeruzalem overbodig werd. Het voorhangsel scheurde. Het betekende dat de hemel en de aarde elkaar ontmoette in een persóón.
Jezus vertegenwoordigde een nieuw begin. God werkte door Jezus en Jezus werkt door de Heilige Geest in de gelovigen zodat zij een uitbreiding zijn van de nieuwe tempel. Waar gelovigen zijn worden hemel en aarde verenigd. P. 242
Dit sprak mij het meeste aan en bevestigde mij in mijn ideeën.
Dat koninkrijk van God is met de komst van Jezus begonnen en elke gelovige die Jezus erkent als zijn/haar Koning is onderdaan van dat Koninkrijk wat niet te zien is maar dat van binnen zit. (Luk 17: 20,21)
Kort samengevat: gedraag je er dan naar. Dat betekent niet iemand anders vertellen over jouw geloof maar iemand vertellen dat Jezus de ware Heer van de wereld is! P. 241.

Er staan nog veel meer mooie dingen in zoals deze:
“Als de tempel de ruimte was waarin het domein van God en het domein van de mens elkaar ontmoetten, dan was de sabbat de tijd dat Gods tijd en de tijd van de mens samenvielen. De sabbat was voor ‘tijd’ wat de tempel was voor ‘ruimte’.” P 158, ook al had ik soms het idee dat Wright Jezus wel érg menselijk aftekende alsof Hij soms zelf niet wist waar Hij mee bezig was.

Een aanrader.

maandag 24 december 2018

God met ons


Geschreven door Rowan Williams (1950) in 2017; in Nederland uitgegeven in 2018.

Een prachtige ‘Kersttitel’: God met ons
‘Zie, de maagd zal zwanger worden. Zij zal een Zoon baren en Hem de naam Immanuel (God met ons) geven.’

Alleen; dit boek gaat in het eerste deel over het kruis en in een tweede deel over de opstanding, gevolgd door een epiloog.
In de eerste eeuwen van onze jaartelling had het kruis niet de plaats die het nu inneemt. Het was een martelwerktuig en was niet bepaald populair.
Gek eigenlijk, zit ik nu te bedenken, dat Jezus al spreekt over ‘je kruis opnemen’ terwijl in die dagen bij de joden een kruis helemaal geen issue was. Vonnissen werden voltrokken door steniging.
Het kruis was iets van de Romeinen.

In ieder geval: Williams begrijpt dat die ‘genoegdoening’, door Anselmus geformuleerd, niet het enige is al laat hij deze benadering beslist niet los. Hij benadert het allemaal wat rustiger en genuanceerder dan Tom Wright.

Spreken over het kruis kwam pas na de opstanding op gang en dan in die mate dat het een symbool werd voor wat er was veranderd en hoe het was veranderd. Ten goede, wel te verstaan.
Het werd een teken van de transcendente vrijheid van Gods liefde. De Goddelijke geest is er op uit om ons te laten zien hoever Zijn liefde voor ons gaat. Jezus was een voor-beeld.
Offers waren er voor allerlei zaken, niet alleen om schulden te delgen.

Williams haalt er drie zaken uit:
Als eerst diende de dood van Jezus als reddingsoperatie, om onheil af te wenden. De overwinning op het kwaad van Wright en ten tweede was het plaatsvervangend en drie: versterking van het verbond.
En volgens mij ten vierde: Hij nam de verantwoordelijkheid over de kosmos zichtbaar en daadwerkelijk op Zich. We kunnen inderdaad de dood en opstanding niet versmallen tot één denkbeeld. Iets dergelijks zegt Williams verderop ook: De christelijk theologie is niet een reeks in beton gegoten monumenten waar je met je gidsje langsloop en kunt afvinken.
Ook Williams is ervan overtuigd dat we God niet ‘kalmeren’ door bloed te laten vloeien. Hij denkt dat het echte offer de gehoorzaamheid was omdat ons hart en onze wil de grootste gave is aan God. ‘Gehoorzaamheid is beter dan slachtoffer, opmerkzaam zijn beter dan het vet van rammen’ (1 Sam 15:22)
Gehoorzaamheid kost veel. Soms je leven.
‘Onze daden van gehoorzaamheid weerspiegelen die van Hem’. […] Het geschenk dat God echt zou willen, is God; zijn eigen overvloedige liefde die naar Hem terugkomt.’
Dit is volgens Williams ook ten diepste in de theorie van Anselmus; God een geschenk geven dat Hem waardig is. Om dat te kunnen beoordelen moet ik me gaan verdiepen in Anselmus.
Op een dag.

Ik zie opeens ook dat God niet ‘top-down’ wil werken maar veel meer ‘bottom-up’ en vanuit mensenharten zijn koninkrijk wil uitbreiden. Het kwaad behelsde niet alleen die Romeinen die de joden in die tijd onderdrukten maar het kwaad was veel omvangrijker en dát is een halt toegeroepen. Joden zijn eigenlijk heel egoïstisch om te denken dat de Messias alleen hén maar zou verlossen van de vijanden.

In het tweede deel schrijft Williams dat het einde der tijden met Pinksteren is aangebroken. En eigenlijk al met de opstanding of bij de laatste kruiswoorden.
Dat denk ik ook.
Toen is er iets gebeurd wat nog nooit eerder vertoond was.

Geloven in de opstanding is geloven in een nieuw tijdperk waarin het lot van de mens is verbonden met Jezus. En dat betekent ook geloven dat Jezus leeft en actief is. Plus dat het handelen van Jezus is verbonden met het handelen van God; God die Jezus heeft opgewekt uit de dood.
Hun identiteiten zijn aan elkaar gekoppeld.
‘En door te geloven in de opstanding is de Kerk meer dan gewoon de Jezus van Nazareth Vereniging.’

Waarom geloven in de opstanding? Gewoon omdat de apostelen dat vertelden. Vroeger was men niet bezig met psychés. Een opstanding was een opstanding en niet iets wat in mensenbreinen afspeelde.
En als Jezus is opgestaan dan is er een menselijke bestemming. Het boek dat over mensen en over God gaat heeft kracht; heeft effect op mensen.
Dat ontkennen is gewoon dom. Dat zegt Williams niet hoor, dat zeg ik.
Dus: Vreest niet! De goddelijke horizon is zoveel wijder dan die van ons.
Er staan nog meer mooie dingen in dit kleine boekje.
Een ieder leze zelf.

vrijdag 19 december 2014


Tijdens het lezen van een boek van Tom Wright over de psalmen: ‘Pleidooi voor de psalmen’, blijft een schilderij wat ik in een winkeltje in Jeruzalem heb gefotografeerd, in mijn achterhoofd hangen. Elke keer wanneer ik het zie ontroert het mij. Dat heb ik erg weinig met schilderijen. Ik had het moeten kopen. Spijt.


Ik heb er de psalmregels bij gezocht die er naar mijn idee onlosmakelijk bij horen:

119:
97 Hoe lief heb ik Uw wet! Dagelijks overpeins ik haar.
98 Gij maakt mij door uw gebod veel wijzer dan mijn vijanden, want het is eeuwig mijn schat.

Lutherse vertaling